Verschilmaker Steven IJzerman van biologische groothandel Udea

Verschilmaker Steven IJzerman van biologische groothandel Udea

Verbindend in biologisch. Onder dit motto is Udea een speler met impact in de agrifood sector. Vanuit Veghel verovert de groothandel en franchisegever van Ekoplaza en Färm de Benelux. Met biologische levensmiddelen, natuurlijke drogisterijproducten en duurzame non-food wil het bedrijf de biologische landbouw en consumptie bevorderen. Daarmee draagt het bij aan een gezonde en duurzame voedselketen. “We willen met een goede, brede keten echt het verschil maken”, zegt Steven IJzerman. 

 

 

Of het nu gaat om groente, fruit, vlees, wasmiddelen, verzorgingsproducten of vuilniszakken: bij Udea zijn vrijwel alle producten gecertificeerd biologisch. Met uitzondering van water, zout, wild en producten uit de zee. Het familiebedrijf ontstond in de jaren tachtig met een natuurvoedingswinkel in Amsterdam. Al snel volgden meer vestigingen. Nu, diverse fusies en overnames verder, telt het bedrijf 94 Ekoplaza-vestigingen en 33 Färm-winkels in Nederland en België. Daarnaast exporteert de groothandel ruim 1.700 producten naar 26 landen. Met zo’n 2.000 medewerkers genereert het bedrijf een omzet van ruim € 400 miljoen per jaar. 

Verregaande keuzes

Tot zover de cijfers. Want de kernwaarden van Udea zijn minstens zo belangrijk. Hierbij gaat het om gezonde bodem, authentieke smaak, groeiende natuur, respectvol handelen en korte keten. Aan alles wat het Brabantse bedrijf onderneemt, liggen deze vijf waarden ten grondslag. “Wat ons onderscheidt, is dat we verregaande keuzes durven te maken en heel diep de keten in durven te gaan”, vertelt Steven. “Als het biologisch kán, dan ís het bij ons ook biologisch. Niet ‘we zijn op weg naar 8%’, maar gewoon: vol erin. We kiezen ook bewust voor producten uit de korte keten en bijvoorbeeld een goede eiwitbalans. Zo zetten we op elk thema serieuze stappen. Daardoor zijn wij vaak al waar anderen nog van dromen. Alleen water en zout zijn bij ons niet biologisch, die kun je niet telen. En we kiezen voor wilde vis, omdat die – mits op de juiste manier gevangen – duurzamer is dan biologische kweekvis. Daar hebben we dan weer een streng duurzaamheidsbeleid voor.”

Mens, dier en planeet

Dat weten ook de consumenten die in de winkels van Ekoplaza en Färm boodschappen komen doen. “We leggen precies uit waarom we bepaalde producten of merken aanbieden, wat de achterliggende garanties zijn en wat het effect is van die keuzes op mens, dier en planeet. In onze winkels creëren we een omgeving waarin je eigenlijk nooit fout kunt kiezen én waarin je alle ruimte hebt om meer te leren over biologisch consumeren. Met ons assortiment bieden we de consument de mogelijkheid om bewuste keuzes te maken.” 

‘’We hebben nog een flinke weg te gaan, maar de eerste stappen zijn wel gezet’'

Kritisch kijken

Als kwaliteitsmanager is Steven er verantwoordelijk voor dat alle activiteiten voldoen aan de wet- en regelgeving, dat de certificeringen op orde zijn en dat de producten veilig en van hoge kwaliteit zijn. Ook waakt hij over de duurzaamheidsstrategie van Udea, waarin people gelijk staat aan planet en profit. “Vanuit mijn rol coördineer ik de diverse activiteiten en breng ik ze samen. Bij alles wat we doen, kijken we heel kritisch naar de partijen met wie we samenwerken en maken we duidelijke afspraken over sociale aspecten. Daarbij werken we in de keten niet samen op productniveau, maar op bedrijfsniveau. We zeggen niet: ‘We kopen jouw bloemkool’, maar: ‘We willen samenwerken met jou als teler’. Zo hebben we een teler die rode bieten en andere vollegrondsgroenten voor ons teelt, maar ook lupine en quinoa verbouwt. We hebben nu dus ook Nederlandse quinoa in onze schappen liggen en maken van lupine falafelballetjes. De consumptie van lupine is daarmee ineens een stuk laagdrempeliger.”

Maatschappelijke uitdagingen

Hoewel ‘biologisch’ steeds meer tussen de oren van de consument zit, mag er van Steven nog wel een tandje bij. “Het vorige kabinet heeft een heel goed actieplan neergelegd om de biologische productie en consumptie te laten groeien. In 2030 moet 15% van de landbouw biologisch zijn. We zitten nu bijna op 5%. We hebben dus nog een hele weg te gaan, maar de eerste stappen zijn wel gezet. Je ziet ook dat biologisch steeds vaker wordt genoemd als een serieuze optie. Het zou mooi zijn als het ook duidelijker wordt gekoppeld aan de grote maatschappelijke uitdagingen. Neem de stikstofcrisis: die heeft het hele land op slot gezet. Als je dan bekijkt dat een biologisch melkveebedrijf 50 tot 70% minder stikstof uitstoot dan een gangbaar bedrijf, biedt dat wel kansen. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld watervervuiling, biodiversiteitsverlies en bodemuitputting. Biologisch produceren kan daar een wezenlijk verschil in maken. Als we over vijf jaar met z’n allen écht op die 15% willen zitten, is het haalbaar.”

‘’De overheid mag nu wel wat meer kleur bekennen’'

Serieus alternatief

Daarvoor zijn nog wel de nodige hobbels te nemen. “Het zou fijn zijn als dit doel breed omarmd wordt en de overheid meer investeert in biologisch”, zegt Steven. “Voor het stikstofdossier is destijds € 25 miljard vrijgemaakt, voor biologisch € 50 miljoen. Nederland loopt hierin achter op andere Europese landen — we hebben jarenlang nauwelijks subsidie gegeven voor biologische landbouw. De overheid mag nu wel wat meer kleur bekennen. Ze zit klem tussen 5% biologische en 95% gangbare landbouw, en wil die grote meerderheid niet voor het hoofd stoten. Dat is begrijpelijk, maar het remt de transitie. Wat we nodig hebben, is een overheid die duidelijk zegt: wie biologisch wil worden, krijgt onze steun. Niet door de gangbare sector af te vallen, maar door een serieus alternatief actief te stimuleren. We moeten toe naar een systeem waarin de boer weer ondernemer is en de overheid actief meewerkt om die keuzevrijheid en marktpositie voor biologisch te versterken.”

Extra zetje

Ook een netwerkorganisatie als AgriFood Capital kan als katalysator een rol vervullen, denkt Steven. “Door partijen bij elkaar te brengen die concreet aan de slag willen met projecten, en hen te ondersteunen met kennis, middelen of simpelweg de juiste verbindingen. Soms heb je net dat extra zetje nodig — iemand die helpt de vaart erin te houden. Als zo’n netwerkorganisatie kan helpen om de juiste mensen samen te brengen die écht iets willen veranderen, kunnen we met z’n allen grote stappen zetten.”

Verschilmakerstip van Steven

“Ga dóen. Overleggen is belangrijk, maar op een gegeven moment moet je ook gewoon de stap zetten. Wacht niet tot je plannen perfect in een spreadsheet passen, maar handel op basis van overtuiging en intuïtie. Alleen door te dóen, maken we samen verschil.”