Lightcore vindt zijn oorsprong in het promotieonderzoek van Tijmen aan de Universiteit van Amsterdam (UvA). Daar werkte hij aan het omzetten van zonne-energie in bruikbare elektrische energie, die vervolgens weer werd omgezet in brandstof. Tijmens focus verschoof al snel naar innovatieve zonneceltechnologie, die ook binnenshuis goed toepasbaar bleek. “Verschillende bedrijven waren al met vergelijkbare technologie bezig geweest, maar die liepen vast door de dominantie van goedkope, traditionele zonnepanelen. Ik zag wel kansen in niches waar de eigenschappen van deze cellen, zoals kleurvariatie, onderscheidend konden zijn.”
Zoeken en experimenteren
Met een beurs vanuit de Faculty of Impact – een programma dat wetenschappers helpt hun onderzoek te vertalen naar ondernemerschap – volgde een periode van zoeken en experimenteren. “Ik heb met veel potentiële klanten gesproken en onderzocht waar hun echte problemen liggen”, vertelt Tijmen. “Zie het als een uitgebreid marktonderzoek: in plaats van vast te houden aan de technologie ben ik uitgegaan van de praktijkvragen. Zo ontdekte ik dat er veel partijen zijn die kampen met off-grid energieproblemen. Denk aan situaties waar een klein, constant vermogen nodig is, maar waar geen vaste energievoorziening is. Het alternatief, zoals kabels trekken of het net uitbreiden, is vaak kostbaar, omslachtig of onmogelijk vanwege vergunningen of volle netten. Voor de infrastructuursector is een off-grid oplossing dus ideaal. Bijvoorbeeld voor parkeerterreinen die camerabeveiliging nodig hebben en langs kleinere wegen waar ANPR-camera’s of flitspalen moeten komen.”
Gladheidmeldsystemen
Inmiddels werkt Lightcore voor grote partijen als Rijkswaterstaat. Zo is samen met een aannemer een tender binnengehaald voor de plaatsing van gladheidmeldsystemen langs wegen. Hierbij leveren sensoren data om te bepalen of er gestrooid moet worden. Precies op zulke plekken – buiten het bereik van bestaande energievoorzieningen – biedt de Brabantse startup een oplossing. Het is een niche waar de bestaande oplossingen vaak tekortschieten. “Partijen moeten soms wel vijf jaar wachten op een netaansluiting, of ze gebruiken tijdelijke noodvoorzieningen zoals aggregaten of grote accupakketten”, aldus Tijmen. “Dan heb je 3000 kilowatt staan voor iets wat misschien 10 watt nodig heeft. Dat is inefficiënt en vervuilend. Met ons autonome systeem spelen we in op een leemte in de markt. We hebben zelf het prototype gebouwd, dat tot 50 watt kan leveren. VDL heeft daarvoor de behuizing geleverd. Heel gaaf, ja, dat we samenwerken met zo’n indrukwekkend bedrijf.”
Kleine hoeveelheden energie
Daarnaast loopt er een traject met een specialist in waterbeheer. Dit bedrijf wil sensoren inzetten om bijvoorbeeld de pH-waarde en waterkwaliteit in sloten te monitoren. Ook weer op plekken waar geen energie voorhanden is. En met Ore Energy – een bekende van de Faculty of Impact – werkt Lightcore aan de integratie van ijzerbatterijen in haar systemen. “Lithiumbatterijen kun je vergelijken met een snelle maar inefficiënte Ferrari, ijzerbatterijen met een vrachtwagen: minder vermogen, maar langdurige en stabiele energieopslag”, legt Tijmen uit. “Dat is precies wat ons systeem nodig heeft voor toepassingen in de infrastructuur: het continu leveren van kleine hoeveelheden energie. Met de ijzerbatterij gebeurt dit door het roesten en ontroesten van ijzer.”